Hoe verloopt het onderzoek

Eerst start de podotherapeut met een onderzoek naar de oorzaak van uw klachten. Daarna bespreekt de podotherapeut zijn bevindingen met u. Misschien heeft u nog andere (verwante) klachten? De podotherapeut stelt vervolgens de diagnose vast. Dit gebeurt door middel van de volgende methodes:

  • Inspectie
    Door de anatomische stand, afwijkingen, verkleuringen en/of bijzonderheden van uw voeten te inspecteren.
  • Palpatie
    Door pijnklachten uit te lokken en te kijken naar mogelijke afwijkingen in botstructuren. Ook is er aandacht voor pijnlijke plekken.
  • Functieonderzoek
    Door de bewegingsmogelijkheden en stabiliteit van gewrichten te testen. Hierbij neemt het functieonderzoek van de voet en de enkel een centrale plaats in. Met klachten aan knieën, heupen of rug wordt het functie-onderzoek uitgebreid. In sommige gevallen voert de podotherapeut ook spiertesten uit om klachten te lokaliseren. Hierbij kijkt de podotherapeut op welke plaatsen en bij welke druk of houding pijnklachten ontstaan.
  • Hoe verloopt het analyseren van het looppatroon
    Door te kijken naar de afwikkeling en de beweging van de voet, knieën, heupen en romp.
  • Voetdrukmeting/ podoscoop
    Met een drukmeting, podoscoop, beoordeelt de podotherapeut de drukverdeling onder uw voet. Mogelijk wordt een drukmeetplaat ingezet. Hierop kunt u staan of lopen.
  • Podoscopie
    Een podoscoop is een lichtbak, waarbij op de bodem een spiegel is geplaatst. De podotherapeut bekijkt hiermee de zolen van uw voeten om de drukverdeling te beoordelen.
  • Schoeninspectie
    Slijtage van uw schoenen geeft veel informatie over uw looppatroon en de mogelijke oorzaak van uw klachten.


  • BRON: NVvP
NVVP Lid
Kwaliteitsregister Paramedici
Fits Your Feet